Terugblik/vooruitblik

Vooruitblik op de Manifestatie: Kracht in beeld 
In onze westerse maatschappij bestaan er heel wat vooroordelen. Mensen beoordelen en veroordelen elkaar op basis van verschillende kenmerken. Dit proces voltrekt zich vaak onbewust, maar kan grote gevolgen hebben voor de groep die op basis van vooroordelen uitgesloten wordt. De vooroordelen die gericht zijn op ouderen, komen daarbij steeds meer in de kijker (Versteegh, 2007). 

Wij hebben deze doelgroep ’ouderen’, en we willen ervoor zorgen dat we de enorme diversiteit binnen deze doelgroep duidelijk naar voren brengen. Wij willen een goede bijdrage leveren aan de manifestatie: Kracht in beeld. De vooroordelen over de doelgroep ‘ouderen’ blijken namelijk, uit een literatuuronderzoek van het Expertisecentrum LEEFtijd, te bestaan uit incorrecte negatieve beelden over ouderen in Nederland bestaan (Versteegh, 2007). 

Tijdens de manifestatie willen wij daarom de krachten en de diversiteit van deze doelgroep benadrukken. Wij willen de doelgroep op een realistische representeren die in overeenstemming is met het beeld dat de doelgroep over zichzelf heeft en naar buiten wil brengen. Tevens willen wij ook de vooroordelen die er in onze maatschappij heersen over de doelgroep ontkrachten door bijvoorbeeld gebruik te maken van een eyeopener. 

Om ervoor te zorgen dat we daadwerkelijk een goede en productieve bijdrage leveren aan de manifestatie: Kracht in beeld, hebben we reeds een aantal aanbevelingen opgesteld, die we eventueel willen verwerken in ons kraampje: 


1. Confronteer de bezoekers met hun eigen vooroordelen over de doelgroep. Dit kan bijvoorbeeld door de  bezoekers een top-3 te laten maken van de kenmerken die het eerst bij ze op komen als ze denken aan ouderen. Op deze manier worden ze op een leuke manier geconfronteerd met hun eigen vooroordelen over deze doelgroep. 

2. Nodig een persoon uit die deel uitmaakt van de doelgroep ‘’ouderen’’. Deze kan dan zijn verhaal vertellen aan de bezoekers. Hij of zij kan iets vertellen over zijn eigen rol in de maatschappij en over het beeld dat hij van jongeren heeft. Vervolgens kan hij zijn mening geven over de beeldvorming die er heerst in de maatschappij over ouderen. 

3. Verwerk in de presentatie de opkomst van bijv. de Smartphones. Uit eigen ervaring hebben veel jongeren namelijk de neiging om ouderen uit te sluiten van o.a. de technologische veranderingen. Zij denken namelijk dat de ouderen dit niet meer kunnen bijhouden. Echter ken ik veel ouderen die een laptop, tablet of zelfs een Smartphone bezitten. Door bijv. een oudere man uit te nodigen die een Smartphones heeft en hier ook goed mee aan de slag kan, kun je ervoor zorgen dat het beeld dat sommige jongeren over ouderen en technologie hebben, in een klap verandert. Je kunt er ook een leuke activiteit van maken, door bijv. een wedstrijd te gaan houden waarbij een bezoeker en een oudere 3 vragen krijgen waarvan ze de antwoorden op het internet moeten opzoeken. Diegene die het snelste met zijn telefoon de antwoorden heeft opgezocht is de winnaar. 

1. Het is in ieder geval aan te bevelen om mensen in deze situatie als persoon en met respect te behandelen en te bejegenen. Dit betekent dat we in de manifestatie onze geïnterviewde niet volgens de bekende stereotypen voor moeten stellen. Het is belangrijk te laten weten dat de levensinvulling van deze ouderen niet een keuze, maar een gevolg is van het onontkoombare ouder worden is. Het verlies van respect en het niet waarderen voor hun wat ze in hun leven gedaan en bereikt hebben is veelal een factor, die de levenskwaliteit zeer sterk kan beïnvloeden. Veel ouderen willen niet, maar moeten geholpen worden, en dit ervaren ze als een harde persoonlijk confrontatie. 

2. Ten tweede willen de ouderen ook in de hedendaagse maatschappij niet als onmondig aan de kant gezet worden. Ze vormen een steeds grotere maatschappelijke groep, die ook het recht op een eigen mening eist. Voor zover dat mogelijk is willen ouderen graag hun eigen beslissingen maken, en dit geldt ook in de huiselijke of verzorgingssfeer. Het ondersteunen en activeren van deze ouderen dient hier dan ook op gebaseerd te zijn. Daarom is het een optie om de ouderen op deze manifestatie zelf hun verhaal te laten doen en hun eigen mening in dit kader te laten geven. Ze weten meestal zelf heel duidelijk hoe ze gezien willen worden.
3. Hier is al naar gelang de mate van bijvoorbeeld de dementie aan psychologische aanpak op basis van het van tevoren genoemde aan te bevelen in plaats van het onder druk zetten van de ouderen als patiënt. Het laatste kan als “bemoederend” en “te hulpverlenend” ervaren worden. Om het begrip voor de zelfstandigheid en de mogelijkheid van eigen keuze voor ouderen, welk nu vaker in de kranten wordt besproken, uit te dragen is mijn derde aanbeveling, tijdens de manifestatie de bezoeker te laten beleven, hoe een ontnemen van keuze en eigen mening een persoon kan raken. 

1. Allereerst wil ik aanbevelen om een lid van de doelgroep ‘’ouderen’’ als een individu te beschouwen. Dit betekent dat wij bij de manifestatie niet de doelgroep ‘’ouderen’’ als algemene groep moeten beschouwen maar als allemaal individuen die andere normen en waarden hebben. Zoals Treesje het mooi verwoorde: Dat je ouder word, wil niet zeggen dat je een compleet ander mens wordt. 

2. Ten tweede wil ik aanbevelen om de wijzigingen betreffende de wetgeving (WMO) erbij te betrekken. De bezuinigingen hebben negatieve gevolgen voor mensen die hulp nodig hebben. Dit geldt niet alleen voor ouderen maar ook voor gehandicapten of andere mensen met een beperking. 

3. Als laatst wil ik aanbevelen om de geïnterviewde zelf zijn verhaal te laten doen bij de bezoekers van de manifestatie. Vroeger waren zij erg conservatief. Maar als je de ouderen nu vraagt wat zij graag zouden willen doen als ze in deze tijd geboren waren, komt er naar voren dat wij veel meer kansen hebben dan hun in die tijd. Vooral de meisjes hebben in deze eeuw veel meer kansen dan de meisjes van vroeger. Wij kunnen zelf besluiten of we eerst kinderen krijgen en daarna pas trouwen, huisvrouw worden of onze carrière voortzetten. Of helemaal geen kinderen krijgen en ons volledig op onze carrière focussen. De keuzes die wij nu hebben, hadden ze vroeger niet.
1. Het is van belang dat er bij de manifestatie rekening wordt gehouden met de diversiteit binnen de groepering ouderen.
2. De nadruk leggen op de krachten van de persoon en niet de 'beperking' van het oud zijn.
3.  Mensen ervan bewust maken dat de groepering veel kennis met zich meedraagt en dat deze ook gebruikt kan worden.

1. De ouderen van beide kanten presenteren, dus daar bedoel ik mee om de positieve kanten naar boven te brengen, maar ook zeker de minder positieve kanten. Dit zorgt voor een meer realistisch beeld van de doelgroep. Op deze manier brengen we ook op een goede manier de kracht in beeld van de ouderen.


2. Duidelijk maken dat een simpel gesprekje met een oudere al heel veel kan opleveren omdat we 
vaak niet zien en weten vaak niet zien en weten wat zich achter deze persoon schuilt, is een vooroordeel al snel gemaakt. Zo kan duidelijk gemaakt worden dat veel ouderen ook wel die behoefte hebben om eens met een jongere in gesprek te gaan. Mevrouw van Drongelen heeft het contact met jongeren ook altijd als positief ervaren en zegt de jongeren nu ook beter te begrijpen nu ze contact met ze heeft gelegd. Vandaar ook de titel: “Jong of oud dat maakt niet uit, we kunnen altijd wel wat van elkaar leren”. 

3. Niet iedereen merkt de invloed die de maatschappij heeft op mensen, de maatschappij bepaald niet altijd hoe we ons horen te gedragen. Soms is het ook goed om op eigen benen te staan en te durven zeggen wat je vindt, ook dit vind je terug in ouderen. Ze zijn niet allemaal stil en bang voor van alles en nog wat. 

Zelfbeoordeling


Verdieping in de theorie

Wij als groep denken dat we ons voldoende hebben verdiept in de theorie die er beschikbaar is over de groepering ouderen. Niet alleen hebben we in onze taaktoets 'Begroeten en Ontmoeten' gebruik gemaakt van literatuur en andere bronnen over ouderen (krantenartikelen etc.). Maar ook hebben we de hoorcolleges gevolgd aangeboden door Zuyd Hogeschool waar wij veel informatie hebben gekregen over, antropologie, ontwikkelingspsychologie, gerontagogiek. En veel andere waarde volle informatie over groepering en beeldvorming in het algemeen.

Ook hebben wij in onze taaktoets 'Begroeten en Ontmoeten' gebruik gemaakt van de Diversiteitscirkel en deze ook uitvoerig besproken in onze bijeenkomsten zowel met tutor als zonder. In de bijeenkomsten met tutor hebben wij dan ook de hoorcolleges besproken. Ook dit heeft nieuwe inzichten opgeleverd over theorie over de groepering maar ook over beeldvorming/stereotypes.

Verdieping in de praktijk
Ieder lid binnen onze subgroep heeft een eigen verslag gemaakt waar hij/zij ervaringen met ouderen had opgedaan. Bij deze ervaringen kwam een verzorgingshuis, horeca, dagbesteding en een rondje door de supermarkt aan bod. Wat na het lezen van deze verslagen als conclusie kan worden getrokken, is hetgeen dat er binnen de doelgroep ouderen zeer veel verschillen te vinden zijn. Zo zijn er ouderen die al richting de dood leven maar zo zijn er ook ouderen wat nog kleurrijk in het leven staan. Ouderen die richting de dood leven is echter stukken kleiner dat ouderen die er nog kleurrijk voorstaan. Na het uitwerken van deze verslagen had ieder lid binnen de subgroep ook duidelijke een beeld van ouderen op zijn eigen netvlies.

Het interview wat ieder afgenomen heeft, heeft ook een beter beeld weten te geven over ouderen. Ook heeft het wel degelijk onze beeldvorming veranderd. Ieder in onze subgroep had veel vooroordelen wat ze koppelden aan hun opa’s en oma’s. Na veel gepraat over beeldvorming binnen onze groep, merkte we dat we anders keken naar onze opa’s en oma’s dan over ouderen binnen de samenleving (terwijl ze toch binnen deze groep behoren). Vaak keken we tegen ouderen binnen de samenleving met een meer negatievere blik. Deze is door het afnemen van interviews veranderd. Bij elk interview kwam naar voren dat ouderen een gigantisch grote wijsheid met zich meedragen en dat ze allemaal nog sterk willen bijdragen aan de maatschappij.

Wat hebben wij geleerd over de doelgroep?
In dit gedeelte van het terugblik/vooruitblik verslag, maakt de subgroep een balans op wat zijn hebben geleerd over de doelgroep in deze eerste weken van dit blok.

Ieder lid van de subgroep heeft voor dat hij aan de slag ging met deze doelgroep ouderen een beeld over deze gevormd. Tijdens het oriënteren op ouderen en het werken aan producten, zoals het afleggen van een interview of het meelopen van activiteiten, heeft de subgroep contact kunnen maken met deze doelgroep. Het beeld wat van te voren door, media, opvoeding of andere bronnen is ontstaan, is hierbij veranderd.

Hoe het beeld aan het begin van deze week was en hoe zich dit heeft veranderd zal hierop volgend worden beschreven.

Ieder van de groep, ook al hebben zij geen intensief contact met ouderen gehad, kon een beeld van deze schetsen, zowel met positieven punten als met negatieven punten.

Het algemene beeld waren ouderwetse ouderen die vaste denkbeelden hebben, in hun tijd vast hangen, hulpbehoevend zijn, voor alles langer nodig hebben, alleen maar klagen, maar ook wijs zijn. Waarvan wij dit beeld hebben is heel verschillend. Zo heeft een iemand het door de gefrustreerde ervaring met ouderen die hun geld tellen aan de kassa, zo heeft de andere het uit boeken, waarin de ouderen meestal de wijze oude opperhoofden of raadgevers spelen. Degene van onze groep die gewerkt hebben in de ouderenzorg (dementie) weten dat ouderen niet alleen klagen, maar ook gewoon plezier hebben. En toch was opvallend dat ook dit van oudere tot oudere veranderde. Zo waren de ouderen waarmee we in contact stonden, zoals opa’s, oma’s en cliënten niet klagend en onmondig, maar als gevraagd werd beschrijf de typische oudere was de typische oudere juist dat.

Duikt men de boeken in en bewerkt men de opdrachten van school, zo als wij dit gedaan hebben de eersten weken van dit blok, en brengt men de vastgelegde feiten op tafel, valt er een ding op: alles is in een negatief daglicht geschetst. Bijna iedereen uit de maatschappij lijkt te weten, dat zoals het in de boeken beschreven staat, dat ouderen te maken hebben met achteruitgang, lichamelijk en psychisch en dat dit meestal ontstaan is door het vele werken. Maar hoe de meesten hiermee omgaan is achterwegen gelaten. Ook berichtvorming in het nieuws is meestal niet over ouderen die iets goed kunnen, maar wat met deze zieken ouderen is gebeurd. Iemand die toch met het ouderdom positief omgaat, lijkt ons vreemd, net zoals het filmpje over de oma van Brittain’s Got Talent die even een dans deed opvoeren, waarmee zij alle juryleden shockeerde.

Wij verwachten, doordat wij zo veel negatieve omstandigheden horen en zien en blijkbaar ook kennen door in films daargestelden ouderen, dat de ouderen klagen. 

Dit had onze groep ook. Voordat wij aan de interviews begonnen verwachtte wij allemaal negatieve antwoorden van de ouderen op de vragen over het beeld in de samenleving en hun gemoed en lichamelijke toestand. Hier maakten wij eigenlijk een attributie fout, wij dachten dat doordat wij een deel van de toestand van de persoon te kennen, hun levensfase en daarmee de vele negatieve taken die op hun toekomen, de eigenschappen van de personen al te kennen.

Daarom was de verbazing groot dat dit niet het geval was. Door dat wij in contact kwamen met niet alleen de theorie uit de boeken, het beeld over ouderen, maar ook met de ouderen zelf, kwamen we langs positief ingestelden personen. Van te voren vastgestelde vooroordelen, leken niet waar. En natuurlijk klopten de feiten die in de boeken staan, maar zij gingen er veel positiever mee om, als dat wij verwacht hadden. Soms sloten de vooroordelen ook aan bij klachten die deze ouderen hadden, maar door simpele uitleg dat hun niet anders kunnen, snapte men dat dit eigenlijk tolerabel is.

Het lijkt wel alsof, terug te komen op het boven vastgestelde, dat we in contact gekomen zijn met de persoon zelf en bekijken wij deze ook als persoon zelf en zijn wij deze voor wie hij is en hoe hij met zijn leven omgaat de vooroordelen niet meer te klopten. Hoe hij=zelf met de levensfase omgaat, is pas echt het karakter van de oudere. Wij maakten de fout de fase als karaktereigenschappen te duiden.

Ieder van ons leerden sterke individuen kennen die mondig waren, natuurlijk ook kwalen hadden, maar daar op hun eigen manier mee omgingen.

Het belangrijkste wat veranderd is met betrekking tot onze beeldvorming over ouderen heeft is dat wij niet meer zien dat men ouderen over een kam kan scheren en dat iedere oudere net zo als wij in een levensfase zit, maar dat de echte persoon er in verschuilt hoe zij daar met hun krachten mee omgaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten